Altijd lente

Ik moet er niet aan denken om ruim een half uur lang in iemands mond te staren. Voor geen goud zou ik willen ruilen met Theo of dokter Frankenstein. Diep respect voor alle tandartsen, kaakchirurgen, orthodontisten en mondhygiënisten. Ik vraag mij altijd af hoe het er van de andere kant uit zou zien. Ben ik een uitdaging in de beroepstak? Of een veel voorkomend probleem? Ben ik een makkelijke klant die altijd op tijd is of die dame die bestempeld wordt als angstig (omdat Alex die eigen baas is bijna altijd meegaat als het met zijn werkzaamheden lukt)? Hoe dan ook doe ik altijd een klein schietgebedje voordat ik naar de stoel wordt geroepen. Ik hoop altijd dat het tandenpoetsen zijn werk heeft gedaan en dat ik niet uit mijn mond stink. Vandaag bestond mijn schietgebedje uit hopen dat ik mijn mond ver genoeg open kon doen zodat Theo er goed bij zou kunnen.

Ik kreeg veel complimenten vandaag vanuit Theo. Ze vinden dat de operatie zo mooi gelukt is, en dat ben ik met ze eens. Het is echt een vak apart om een stralend en gezond gebit te ontwikkelen. Theo had moeite met het staaldraad los krijgen. Het leek wel vastgeroest in de slotjes. Omdat alles nog zo gevoelig is, is er besloten om het staaldraad in de bovenkaak te laten zitten. Nu de breedte en de stand van mijn kaken kloppen ben ik niet langer die patiënt met de overbeet. Wel ben ik nu die klant wiens kiezen niet goed op elkaar passen. Als het ware zit er lucht tussen mijn kiezen. Ze hebben geen raakvlak met elkaar. Om dat probleem op te lossen moet ik nu de elastieken op een andere manier gaan dragen. Waar ze eerst verticaal vastzaten van boven naar onder, moet ik ze nu dragen in een vierkantje om mijn boven en onder kiezen heen gewikkeld zodat de kiezen naar elkaar toe worden gedrukt.

Wat is mijn mond nog extreem gevoelig. Ik werd helemaal duizelig in de stoel. Zelfs de lichte druk op mijn kin voelde al zwaar. Ik probeerde goed op mijn ademhaling te letten. Ook probeerde ik zo min mogelijk oogcontact te maken. Iemand staat voorover gebogen in mijn mond te pielen met allemaal apparatuur en zelf zou ik er super zenuwachtig van raken om dan twee uitpuilende oogjes erbij te hebben die je aan staren. Maakt het werk denk ik niet makkelijker.

Maandag heb ik zelf weer mijn intrede gemaakt op de werkvloer. Ik hield net een halve dag vol, maar was daarna mentaal en fysiek gesloopt. Ik moest mij echt naar de bus slepen om weer thuis te komen. Dinsdag heb ik de hele dag geslapen en vandaag heb ik een halve dag thuis gewerkt. Morgen wil ik weer uitrusten en dan vrijdag weer een poging wagen op kantoor. Ik vergeet af en toe dat ik nog lang niet beter ben. In mijn hoofd gaan we bijna de vijfde week na de operatie in, maar in mijn lichaam lijkt het nog allemaal zo kort geleden. Ik heb momenteel de energie van een hoogbejaarde met twee houten benen.  Ik ben er nog lang niet maar beetje bij beetje gaat het steeds wat beter.

Wat eten betreft heb ik steeds minder eetlust. Alles smaakt hetzelfde. Ik heb weinig afwisseling en pak de laatste tijd liever een maaltijdshake dan dat ik iets kook. Uiteindelijk krijg ik er toch maar een prakje voor terug, en een maaltijdshake is makkelijker zowel qua het opdrinken als de bereiding ervan. In soep heb ik geen zin meer, ik heb nog genoeg liggen in de vriezer maar het trekt mij niet langer. Ik heb er teveel van gegeten. Maar lente komt er weer aan dus dan heb ik niet langer de ogen van de tandartsassistente nodig. Laat dat zonnetje maar komen. Voor je het weet ligt de operatie dan mijlen ver achter mij.

 

 

Reacties

reacties

Een gedachte over “Altijd lente”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *